Heb ik erfelijke aanleg voor eierstokkanker?

Om uit te zoeken of er bij jou sprake is voor een erfelijke aanleg voor eierstokkanker kun je worden doorverwezen worden naar de klinisch geneticus. Eerst zal de ziektegeschiedenis van de familie in kaart gebracht worden. Dit heet ook wel stamboomonderzoek. Het onderzoek brengt in kaart wie er in een familie kanker heeft (gehad) en op welke leeftijd zij de diagnose kregen. Hiervoor is informatie nodig van minstens twee generaties, maar het liefst van drie generaties. Soms lukt het niet om het stamboomonderzoek uit te voeren, omdat er te weinig gegevens zijn.

Een klinisch geneticus of genetisch consulent analyseert met deze ‘medische stamboom’ het patroon waarmee kanker in de familie voorkomt. Hiermee kan hij of zij een inschatting maken van de kans dat erfelijkheid de oorzaak van de ziekte is. Hij of zij bepaalt dan ook of DNA-onderzoek mogelijk is, dit hangt onder andere af van de soort(en) kanker die in de familie voorkomen.

Verwijzing naar de klinisch geneticus

In deze gevallen kom je in aanmerking voor verwijzing naar de klinisch geneticus.

Borstkanker

  • Man met borstkanker
  • Vrouw met borstkanker < 40 jaar
  • In beide borsten of meerdere tumoren in één borst waarbij de eerste tumor < 50 jaar is vastgesteld
  • Bij een vrouw < 60 jaar en triple negatieve tumor
  • Bij een vrouw met borstkanker en een eerste- of tweedegraads familielid met eierstokkanker
  • Bij een vrouw < 50 jaar en prostaatkanker < 60 jaar in dezelfde familietak
  • Bij een vrouw < 50 jaar en één of meer eerstegraads familieleden met borstkanker < 50 jaar
  • Bij een vrouw en twee of meer eerste- of tweedegraads familieleden met borstkanker, waarvan tenminste één tumor < 50 jaar is vastgesteld
  • Bij een eerstegraads mannelijk familielid met borstkanker
  • Bij een eerstegraads familielid met borstkanker < 40 jaar
  • Bij een eerstegraads familielid met borstkanker in beide borsten, waarvan de eerste tumor < 50 jaar is vastgesteld
  • Bij een eerstegraads familielid met meerdere tumoren in één borst, waarvan de eerste tumor < 50 jaar is vastgesteld
  • Familieleden met borstkanker < 50 jaar en prostaatkanker < 60 jaar in dezelfde tak van de familie
  • Bij twee of meer eerstegraads familieleden met borstkanker, waarvan tenminste één tumor < 50 jaar is vastgesteld
  • Bij drie of meer eerste- en tweedegraads familieleden met borstkanker, waarvan tenminste één tumor < 50 jaar is vastgesteld Let op personen in kleine families

Eierstok- of eileiderkanker

  • Alle patiënten met epitheliaal eierstok- of eileiderkanker
  • Eerstegraads familielid met epitheliaal eierstok- of eileiderkanker