PALB2

Een afwijking (mutatie) in het PALB2-gen speelt een rol bij het ontstaan van borstkanker. Naar schatting wordt bij ongeveer 1% van de vrouwen met borstkanker die DNA-onderzoek heeft gedaan, een mutatie in het PALB2-gen gevonden.

Risico op borstkanker bij PALB2

In 2007 werd ontdekt dat het PALB2-gen ‘samenwerkt’ met het BRCA1- en BRCA2-gen en dat vrouwen met een mutatie (afwijking) in het PALB2-gen een verhoogd risico op borstkanker hebben. Hoe groot het risico op borstkanker is door een PALB2-mutatie, is nog niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk hebben PALB2-mutatiedraagsters tot hun zeventigste een risico van 35% op borstkanker. Als zij twee eerstegraads familieleden hebben die borstkanker kregen toen ze jonger waren dan vijftig jaar, is dit 60%. Na hun zeventigste jaar neemt het risico af. Een klinisch geneticus bekijkt per geval of vrouwen in aanmerkingen komen voor regelmatig borstonderzoek en/of een preventieve operatie. Er is nog veel onderzoek naar PALB2 nodig om echt goede risico-inschattingen te kunnen maken.

PALB2 en chromosomen

Elke lichaamscel heeft 23 paar chromosomen. Elk chromosomenpaar bestaat uit twee chromosomen. In totaal heeft iedere lichaamscel dus 46 chromosomen. De chromosomen zijn dragers van ons erfelijkheidsmateriaal. Chromosomen bevatten genen en in die genen zit alle informatie die nodig is voor het ontwikkelen, in stand houden en voortplanten van een mens.

PALB2 is de afkorting van Partner And Localizer of BRCA2. PALB2 communiceert niet alleen met BRCA2, maar dient ook als een soort brug tussen BRCA1 en BRCA2. Het PALB2-gen speelt, in samenwerking met BRCA2, een rol bij de reparatie van beschadigd DNA en het stoppen van tumorgroei. Het PALB2-gen geeft instructies om een eiwit te maken dat samenwerkt met het BRCA2-eiwit.

PALB2 en triple negatieve borstkanker

Bij vrouwen met PALB2-mutaties wordt vaker triple negatieve borstkanker gevonden. Triple negatief betekent dat de tumor niet hormoongevoelig en ook niet Her2Neu-positief is.

PALB2 en andere vormen van kanker

PALB2-mutatiedragers hebben mogelijk een licht verhoogd risico op andere vormen van kanker, zoals alvleesklierkanker of eierstokkanker. Periodieke controles naar andere vormen van kanker worden niet geadviseerd. Op basis van je persoonlijke omstandigheden kan een klinisch geneticus je eventueel een afwijkend, individueel advies geven.

De gevolgen voor kinderen van PALB2-dragers

Als twee dragers van een PALB2-mutatie kinderen krijgen en beiden de mutatie doorgeven aan hun kind, wordt het kind geboren met Fanconie Anemie. Fanconi Anemie (FA) op basis van PALB2 is een zeldzame erfelijke aandoening met bepaalde aangeboren afwijkingen en een sterk verhoogd risico op beenmergfalen en kanker op kinderleeftijd. Als er bij jou een PALB2-mutatie gevonden is, kun je het beste met de klinisch geneticus bespreken of er een reden is voor je partner om zich te laten testen. De kans dat hij of zij drager is van een PALB2-mutatie is heel klein.

DNA-diagnostiek en PALB2-mutatie

Sinds 2018 is in Nederland in alle centra naast onderzoek van het BRCA1-, BRCA2- en CHEK2-gen ook onderzoek van het PALB2-gen mogelijk. Als je een mutatie van het PALB2 hebt, heb je een hoger risico op borstkanker. Dit risico is waarschijnlijk ook afhankelijk van andere factoren, dit zijn zowel erfelijke factoren als omgevingsfactoren.

PALB2-mutaties zijn zeldzaam, denken deskundigen. Om logistieke redenen zal het PALB2-gen niet met terugwerkende kracht kunnen worden onderzocht bij alle vrouwen die in het verleden DNA-onderzoek hebben laten doen. In deze families is destijds al wel een controleadvies gegeven op basis van de familiaire belasting. In geval van nieuwe ontwikkelingen in de familie, bijvoorbeeld als er nieuwe gevallen van kanker zijn ontstaan, is het wenselijk om te overleggen met een afdeling klinische genetica, omdat aanvullend DNA-onderzoek eventueel mogelijk is.

Je hebt borstkanker (gehad) en blijkt een PALB2-mutatie te hebben

Als je borstkanker hebt gehad, gaat de meeste dreiging uit van het risico op eventuele uitzaaiingen van de borstkanker die je had en niet zozeer van het krijgen van een nieuwe tumor. Afhankelijk van je leeftijd en de behandeling die je hebt gehad, is er wel een mogelijkheid dat je in de loop van je leven toch nog eens een borsttumor krijgt. Vergeleken met vrouwen met borstkanker zonder een PALB2-genmutatie, hebben vrouwen met borstkanker met een PALB2-mutatie waarschijnlijk een hoger risico op het krijgen van een nieuwe borstkanker (met name in de andere borst). Er is echter nog veel onderzoek nodig om echt goede risico-inschattingen te kunnen maken.

Advies bij borstkanker en een PALB2-mutatie

Als je borstkanker hebt gehad en je hebt een PALB2-genafwijking, dan is dit het advies:

  • Eerste vijf jaar na diagnose: Jaarlijks klinisch onderzoek, MRI en mammografie.
  • Vanaf het vijfde jaar na diagnose tot leeftijd van 60 jaar: Jaarlijks MRI en mammografie.
  • Van 60 tot 75 jaar: Jaarlijkse mammografie en lichamelijk borstonderzoek door een specialist, bij voorkeur in een multidisciplinair team met expertise over erfelijke borstkanker. Een jaarlijkse MRI wordt geadviseerd als de mammografie slecht te beoordelen is.

Regelmatig borstzelfonderzoek is in alle gevallen te overwegen. Er is geen advies om preventief (resterend) borstklierweefsel of de andere borst te laten verwijderen.

Je hebt geen borstkanker gehad en blijkt een PALB2-genmutatie te hebben

Voor gezonde vrouwen die een moeder, vader, zus of broer met borstkanker én een PALB2-mutatie hebben en die zelf ook draagster zijn van een PALB2-mutatie, wordt momenteel het risico om voor het 70e jaar borstkanker te krijgen ingeschat tussen de 50 en 60%.

Het exacte risico hangt ook weer af van de leeftijd: hoe ouder je bent, hoe kleiner de kans dat je alsnog borstkanker krijgt.

Advies bij PALB2-mutatie en geen borstkanker

Als je een PALB2-genafwijking hebt, geen borstkanker hebt gehad, maar je hebt een zus, broer, vader of moeder, die borstkanker heeft of had en drager is van een PALB2-mutatie, dan is dit het advies:

  • Vanaf 30 jaar: MRI en mammografie uit te voeren door een polikliniek erfelijke/familiaire tumoren met een multidisciplinair team met expertise over erfelijke aanleg voor borstkanker.
  • Vanaf 60 tot 75 jaar: Jaarlijks een mammografie en lichamelijk borstonderzoek door een specialist, bij voorkeur in een multidisciplinair team met expertise over erfelijke borstkanker. Jaarlijks MRI wordt geadviseerd als de mammografie slecht te beoordelen is.

Regelmatig borstzelfonderzoek is in alle gevallen te overwegen. Er is geen advies om preventief je borsten te laten verwijderen.

Geen borstkanker en zelf geen PALB2-mutatie

Als je uit een familie komt waarin borstkanker voorkomt en een PALB2-mutatie is aangetoond, maar je hebt de genmutatie zelf niet én je hebt geen borstkanker (gehad), dan is je risico op borstkanker niet duidelijk verhoogd. Extra borstcontroles zijn dan niet nodig.

Lotgenotencontact

In de besloten  Facebookgroep BRCA en CHEK2 kun je vrouwen ontmoeten die een PALB2-mutatie hebben.

Meer informatie

Met de werkgroep Oncogenetica (WKO) van de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN) hebben we de informatie over PALB2 en het risico op borstkanker samengesteld. Hier lees je meer.